Elleboogdysplasie-onderzoek richt zich op 4 verschillende aandoeningen van het ellebooggewricht, die echter alle op den duur tot deformatie van het gewricht en kreupelheid kunnen leiden.
Het zijn ontwikkelingsstoornissen van met name het kraakbeen in gewrichten die onder invloed van erfelijke en andere factoren ontstaan. Sommige honden kunnen hiervan op jonge leeftijd reeds ernstige problemen ondervinden. Bij andere zullen pas op latere leeftijd de ernstige misvormingen in het gewricht aanleiding zijn tot kreupelheid.
Het onderzoek is gebaseerd op röntgenfoto’s van de elle bogen. Omdat de oorzakelijke redenen per ras kunnen verschillen, zal ook het aantal vereiste röntgenopnamen per ras verschillend kunnen zijn.
Het ED onderzoek.
Bij het ED onderzoek loopt een vergelijkbaar proces als bij het HD onderzoekt. Ook hier worden de foto’s gemaakt worden door een dierenarts die een overeenkomst heeft met de GGW afdeling van de Raad van beheer. Ook voor dit onderzoek dient de hond minimaal 18 maanden te zijn en de foto’s die gemaakt worden moeten eveneens aan bepaalde voorwaarden voldoen welke voor beoordeling worden opgestuurd naar de Raad van beheer.
Voor een goede beoordeling van de ellebooggewrichten op artrose zijn twee foto’s van de hond van beide elle bogen nodig. Het ED-panel zal haar eindoordeel t.a.v. de elleboogkwaliteit beschrijven als een van de volgende classificaties:
Vrij
Grensgeval
Graad 1
Graad 2
Graad 3
De artrose-beoordeling wordt uitgevoerd volgens de internationale normen bepaald door de “International Elbow Working Group”. De definitieve artroseclassificatie zal gelijk zijn aan de artrose-beoordeling van de slechtste van de beide ellebooggewrichten.
De term “Elleboogdysplasie” wordt gebruikt, wanneer een of meer van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is of zijn:
1.OCD (Osteochondritis dissecans, loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm)
2.LPC (Los processus coronoïdeus, loslaten van een stukje bot van de ellepijp)
3.LPA (Los proc.anconeus , loslaten van een stuk bot op een andere plaats van de ellepijp)
4.Incongruentie (een niet goed “passend” gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen).
De normale anatomie van de elleboog.elleboogdysplasie A = opperarm (humerus) B = spaakbeen (radius) C = ellepijp (ulna) D = processus anconeus E = processus
Ieder van de genoemde afwijkingen leidt tot “artrose”. Onder artrose wordt verstaan veranderingen van een gewricht (botreactie’s) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan, die blijvend zijn en vooral gekenmerkt worden door startpijn (kreupele stappen net na het opstaan), “er doorheen lopen” (dus beter lopen na enige tijd) en een terugval na veel inspanning.
Elleboogdysplasie en fokkerij
In het algemeen geldt hoe beter de kwalificatie van de elle bogen hoe kleiner de kans dat de nakomelingen ED zullen ontwikkelen. Dit is echter geen garantie dat alle nakomelingen van negatief beoordeelde honden ook negatief zullen zijn of dat honden vrij van ED ook vrije nakomelingen krijgen. Ook hierbij geld dat het milieu en omgevingsfactoren en voeding een grote rol spelen bij de ED. Het is wel verstandig erop toe te zien dat de hond niet te zwaar wordt en dat ook anderszins overmatige belasting van de elle bogen wordt vermeden en hoogwaardige voeding te geven.
Bron: Raad van beheer